Een paar weken geleden zag ik een tweet van @budescode: “To replace programmers with robots, clients will have to accurately describe what they want. We are safe.” (in NL: Om programmeurs te vervangen door robots, zullen klanten nauwkeurig moeten beschrijven wat ze willen. Wij zijn veilig.)
In eerste instantie deed deze tweet me glimlachen, omdat ik het kon relateren aan de vele verhalen (en vaak frustraties) die ik de afgelopen jaren heb gehoord van vrienden en zakenpartners die in de tech industrie werken. Maar het zette me ook aan het denken. Omdat ik zelf jarenlang aan de adoptie van nieuwe technologie heb bijgedragen, weet ik dat een van de belangrijkste afwijzingsfactoren in de tech industrie de angst is om vervangen te worden door een machine. Daarom was ik nogal verrast door deze tech-gerelateerde tweet over vervanging die eindigt met de uitdrukking ‘We zijn veilig’.
Angst voor vervanging door technologie is niet nieuw en meestal een gangbaar bijproduct van menselijke innovatie. Maar met de snelle verbetering van AI-vaardigheden en hun potentieel voor toepassingen op de werkplek, is ook de angst voor vervanging door geavanceerde technologieën toegenomen. En deze angst heeft gevolgen voor de productiviteit, de innovatie en het algemene welzijn van mensen op de werkplek.
Angst voor vervanging vermindert bijvoorbeeld het vertrouwen dat mensen hebben in een nieuwe toepassing of tool, wat essentieel is voor effectieve integratie, samenwerking en communicatie. Het belemmert ook het vermogen en de wil van mensen om te innoveren, omdat ze bang zijn dat hun nieuwe ideeën er uiteindelijk toe kunnen leiden dat ze overbodig worden. Meerdere studies hebben aangetoond dat angst een negatieve invloed heeft op de productiviteit, motivatie, focus, het vertrouwen en leervermogen en stressniveaus van werknemers, evenals op hun algemene geluk en welzijn.
De angst voor vervanging heeft de afwijzing van technologie aangewakkerd, wat een belangrijke oorzaak is voor het mislukken van digitale transformatieprojecten. De pandemie, en de daarmee gepaard gaande versnelling van de integratie van technologie, kan onze tech-gerelateerde angsten echter naar andere zaken hebben verschoven. Te oordelen naar het grote aantal positieve reacties en shares van de tweet van @budescode op verschillende accounts en sociale-mediaplatforms, lijkt het erop dat nieuwe frustraties (zoals miscommunicatie met klanten) nu de angst van mensen om door technologie te worden vervangen, kunnen overtroeven.
Maar zijn we veilig?
Als je ‘veilig zijn’ gelijkstelt aan ‘niet vervangen worden’, zijn er voor beide kanten tegenstrijdige argumenten van bedrijfs- en technologiedeskundigen. Max Tegmark, AI-onderzoeker en hoogleraar aan het MIT, voorspelt bijvoorbeeld dat op een bepaald moment in de toekomst (hoewel mogelijk nog ver weg) alle banen die nu door mensen worden gedaan, door machines zullen zijn overgenomen. In zijn boek Life 3.0 vergelijkt hij de rol van de mens met die van het paard, dat vroeger een transportmiddel van onschatbare waarde was, maar door “mechanische spieren” overbodig werd gemaakt. Aan de andere kant stellen andere onderzoekers, zoals Kate Darling, een onderzoeksspecialist op het gebied van ethische implicaties van technologie, eveneens aan het MIT, in haar boek Het nieuwe ras dat robots er niet zijn om mensen te vervangen, maar eerder om mensen aan te vullen, in een soortgelijke relatie als mensen in de afgelopen eeuwen tot dieren hebben gehad.
Afgezien van het inzicht dat het leuk en misschien een beetje gevaarlijk moet zijn om op de MIT-campus te wonen, toont deze verdeeldheid van gerenommeerde onderzoekers aan dat we gewoon niet weten of ons werk in de toekomst door machines zal worden uitgevoerd. Ik ben echter van mening dat we, als het gaat om “veilig zijn”, niet alleen moeten kijken naar de vervangingsfactor, maar ook naar ons vermogen om te gedijen in een veranderende markt. Een efficiënte samenwerking met steeds intelligentere machines zal daarvoor in elk geval de komende tien jaar de doorslaggevende succesfactor zijn.
Dus wat maakt een mens-robot samenwerking tot een succes?
Het antwoord zit al in de subtekst van de tweet van @budescode: onze complementaire vaardigheden. Om succesvol samen te werken, moeten we onze complementaire sterktes omarmen en verbeteren. Voor robots betekent dit dat ze nog beter moeten worden in het op hoge snelheid uitvoeren van kwantitatieve taken en dat ze mensen in feite moeten bevrijden van alle vuile, saaie of gevaarlijke taken. Voor mensen betekent dit innovatief, strategisch denken (bekijk de topvaardigheden die mensen tegen 2025 nodig hebben hier), zodat we niet alleen de eisen van de klant, maar ook die van de maatschappij kunnen begrijpen, zelfs als ze die zelf niet volledig begrijpen. Maar er is nog een andere menselijke rol die steeds belangrijker wordt: een brug slaan tussen het bedrijf en technologie. Binnen elke organisatie moeten de IT- en bedrijfsafdelingen met elkaar kunnen communiceren. De eisen van de klant moeten niet alleen begrepen en voorspeld worden, maar ook vertaald worden in concrete technologische toepassingen. En die moeten dan weer terug naar de klant gecommuniceerd worden. Daarvoor hebben we mensen nodig die beide kunnen: technologie ontwikkelen en deze verbinden met de marktvraag. Binnen een organisatie kunnen deze ‘bruggen’ een van de volgende drie soorten mensen zijn:
Elke organisatie die de komende tien jaar wil gedijen of zelfs maar overleven, heeft ten minste één van deze mensen nodig om haar groeiende, naar digitale technologie hunkerende klantenkring te kunnen bedienen.
Heb jij deze mensen in je organisatie? Ben je veilig?